BROprogramma / GAR

Repository voor het ontwikkelen van de gegevenscatalogus Grondwatersamenstellingsonderzoek.
0 stars 2 forks source link

Meetonzekerheid toevoegen #111

Open AnnitaVijverberg opened 5 years ago

AnnitaVijverberg commented 5 years ago

Harry van Manen, Rijkswaterstaat:

Type issue

Publieke consultatie

Waar

Algemeen

Beschrijving

De laboratoriumpraktijk van NL hanteert wel de termen Aantoonbaarheidsgrens (AG) en Rapportagegrens (RG), maar niet meer de Bepaalbaarheidsgrens of Bepalingsgrens (BG). Wat hier ontbreekt is de meetonzekerheid. Dat is een belangrijke parameter om het resultaat te kunnen interpreteren en zou zeker opgenomen moeten worden indien beschikbaar. Er wordt in paragraaf 2.8 wel iets over gezegd maar dat is wel heel vrijblijvend. Het werkt eigen interpretatie achteraf in de hand. Geaccrediteerde laboratoria zijn verplicht informatie over de meetonzekerheid te verschaffen. Dat kan direct vastgelegd worden. Bij voorkeur zijn bij de bepaling van de meetonzekerheid zowel bronnen van onzekerheid die voortvloeien uit de bemonstering als uit de analytisch bewerking op het lab. In het ideale geval wordt bij het rapporteren van resultaten gebruik gemaakt van de samenstelling mr ± u (mr = meetresultaat; u is onzekerheid).Een resultaat onder de RG niet hoeft dan feitelijk niet als uitkomst <RG te hebben. Voordeel is ook dat het aantal significante cijfers niet van belang is. Voorbeeld: [Cl] = 233,15 ± 10,22 mg/L; Als RG = 300 dan zou dit nu vertaald worden als <300 mg/L; Als RG = 100 dan zou dit nu vertaald moeten worden als 230 mg/L In beide gevallen is er informatie verdwenen.

Oplossingsrichting

Voorzien in meetonzekerheid

AnnitaVijverberg commented 5 years ago

zie ook: https://github.com/BROprogramma/GAR/issues/49

AnnitaVijverberg commented 5 years ago

Onno Epema (Senioradviseur Laboratorium voor Anorganische Analyse, RWS)

Wat betreft het RWS-lab geldt dat er <RG gerapporteerd wordt. De RG leiden we af van de aantoonbaarheidsgrens (AG) zoals gedefinieerd in NEN 7777 (die kan worden beschouwd als zijnde gelijk aan de detectiegrens). De RG is het getal met 1 significant cijfer dat boven de AG ligt. Voorbeeld: AG = 0.0123, dan geldt RG = 0.02.

Eigenlijk willen we als RWS-lab geen <RG resultaten afgeven, maar altijd een meetresultaat tezamen met de meetonzekerheid (de uitgebreide meetonzekerheid zoals gedefinieerd in NEN 7779). Daarmee zouden we alle informatie geven die benodigd is om het resultaat op een juiste manier te interpreteren. Immers, de meetonzekerheid zal bij meetresultaten onder de AG groter dan 60% zijn.

De huidige opdrachtgevers kunnen echter niet uit de voeten met die wijze van rapporteren. In uitzonderlijke gevallen wordt er met een opdrachtgever een andere RG afgesproken. Meestal een die lager ligt dan de op basis van de AG berekende.

AnnitaVijverberg commented 5 years ago

Op dit moment nemen we alleen het limietsymbool, meetwaarde en rapportagegrens op in de BRO. We onderkennen wel het nut en de hergebruikswaarde van de meetonzekerheid. We zetten daarom dit punt op de backlog om eventueel in een volgende versie verder te onderzoeken met het werkveld.

JvVelthuijsen commented 5 years ago

In de 'normale' bodemwereld weten we wel dat er een meetonzekerheid aanwezig is, maar daar wordt veder niets mee gedaan,. Het gerapporteerde gehalte wordt als waar beschouwd. Binnen de grondwatermonitoring bij RWZI's wordt bij de toetsing wel rekening gehouden met de meetonzekerheid van de geanalyseerde parameters (CZV en N-Ammonium). Het lijkt me wel goed om te weten dat er een meetonzekerheid is, maar om de meetonzekerheid in de BRO te gaan opnemen lijkt me nu een grote stap te ver.