BROprogramma / GLD

Repository voor het ontwikkelen van de BRO gegevenscatalogus Grondwaterstandonderzoek (GLD).
2 stars 3 forks source link

Toelichten observatie ID #91

Closed AnnitaVijverberg closed 4 years ago

AnnitaVijverberg commented 4 years ago

[Platform Meetnetbeheerders, 12 provincies]

Type issue

Publieke consultatie

Waar

3.5.1.

Beschrijving

Wat is een observatie-ID en waarom moet deze uniek zijn? Graag toelichten

AnnitaVijverberg commented 4 years ago

Elke observatie dient een ID toegekend te krijgen. De bronhouder genereert dit ID en levert het aan. Het is dus aan de bronhouder welke naam of code hij geeft aan het observatie ID, zolang het maar uniek is binnen het betreffende GLD. Het ID identificeert de observatie, ofwel het geheel van kenmerken van de metingen (en berekeningen) die gedaan zijn om te komen tot de reeks van tijd-meetwaardeparen of waterstanden in de grondwatermonitoringbuis.

Een voorbeeld: een observatie bevat een tijd-meetwaardereeks die loopt van 1 januari tot 1 februari. Er is geregistreerd dat een druksensor als type meetinstrument is gebruikt bij deze observatie. Vanaf 1 januari is echter overgegaan van een druksensor naar een akoestische sensor. De observatie die loopt van 1 jan-1 febr moet dan gecorrigeerd worden omdat de waarde van het attribuut type meetinstrument van het observatieproces niet juist is. De bronhouder identificeert het GLD dat aangepast moet worden met het BRO-ID. Vervolgens kan hij de observatie die aangepast moet worden (het stukje in het GLD dat niet goed geregistreerd is) identificeren met het observatie ID. De bronhouder stuurt een correctieverzoek met een brondocument van de specifieke observatie die aangepast moet worden (geïdentificeerd door zijn observatie ID), met de juiste gegevens. In de berichtencatalogus die op een later moment opgeleverd wordt, staat een uitgebreidere uitwerking van dit proces.

Bij de drie attributen van GLD die als ID fungeren, (te weten observatie ID, observatieproces ID en tijdmeetwaardereeks ID) is ervoor gekozen het attribuut het type tekst te geven. Dit geeft de bronhouder de mogelijkheid zelf een code of naam aan het ID te geven die voor hem of haar herkenbaar is en/of past in zijn of haar werkwijze. We gaan ervan uit dat als een bronhouder eenmalig een eigen tekststring heeft aangeboden hij ook een tweede keer dezelfde tekststring kan aanleveren (bij correcties of hergebruik) waardoor deze tekst uniek en identificerend kan zijn.