In hoofdstuk 4 worden 10 uitgangspunten voorgesteld.
In hoeverre kunnen de volgende uitgangspunten worden opgenomen voor de objectenregistratie?
Notificaties zijn informatiearm.
Notificaties zijn terstond, na een plaatsgevonden gebeurtenis, beschikbaar voor
geabonneerde dienstenafnemers.
9 . Notificeren en ophalen van gegevens zijn ontkoppeld.
De 10 uitgangspunten:
Er wordt proportioneel verstrekt aan afnemers op basis van gebeurtenissoorten,
gefilterd voor objecten waarvoor doelbinding bestaat.
Iedere afnemer krijgt alleen die notificaties die nodig zijn om wettelijke taken of plichten uit te
kunnen voeren. Bevragingen n.a.v. een notificatie kunnen persoonsgegevens bevatten.
Persoonsgegevens mogen worden verstrekt als er – conform de AVG – doelbinding en
grondslag is, zoals toestemming van de betrokkene. Als een bevraging geen
persoonsgegevens omvat dan is de AVG niet van toepassing.
Gebeurtenissoorten worden gestandaardiseerd.
Om te zorgen dat dienstenaanbieders en dienstenafnemers elkaar begrijpen bij het uitwisselen
van notificaties wordt gestreefd naar standaardisatie van gebeurtenissoorten op het hoogst
haalbare niveau. Waar het overheidsbreed kan, wordt dit gedaan, maar vanwege het
domeinspecifieke karakter van gebeurtenissoorten vindt ook standaardisatie op domeinniveau
plaats.
Het businessperspectief van de dienstenafnemers is richtinggevend voor de bepaling
van de gebeurtenissoorten.
Notificaties staan in dienst van de afnemers. Dienstenafnemers hebben notificaties nodig, om
tijdig aan hun wettelijke taken of plichten te kunnen voldoen. Het is daarom belangrijk dat
gebeurtenissoorten goed aansluiten op de informatiebehoefte van de dienstenafnemers.
De granulariteit van gebeurtenissoorten wordt afgestemd in een samenspel tussen
dienstenafnemers van notificaties en dienstenaanbieders.
Aangezien het businessperspectief leidend is, is de granulariteit van de gebeurtenissoorten
sterk afhankelijk van de informatiebehoefte van de dienstenafnemers, maar ook afhankelijk van
de mogelijkheden van de dienstenaanbieders.
De dienstenaanbieder is verantwoordelijk voor het sturen van notificaties.
De dienstenaanbieder heeft kennis van gebeurtenissen, bestaande uit een plaatsgevonden
gebeurtenissoort met de toestandsverandering die daaruit is ontstaan, en de dienstenaanbieder
heeft kennis van de hiervoor afgesloten abonnementen.
Notificaties zijn informatiearm.
Een notificatie geeft aan dat een gebeurtenis heeft plaatsgevonden in een registratie, met
daarin: gebeurtenissoort, meta-data en sleutelgegevens naar de gebeurtenisregistratie. Op
basis van deze gegevens kan een dienstenafnemer relevante informatie uit de registratie
ophalen.
22
Het mechanisme van gebeurtenisgedreven notificeren heeft geen kennis van de
bedrijfsprocessen van de dienstenafnemers.
De adressering van een notificatie gaat tot aan de voordeur van de afnemer. De
dienstenafnemer is verantwoordelijk voor de interne afhandeling.
Notificaties zijn terstond, na een plaatsgevonden gebeurtenis, beschikbaar voor
geabonneerde dienstenafnemers.
Het mechanisme van gebeurtenisgedreven notificeren wordt direct in werking gezet na een
plaatsgevonden gebeurtenis, waarover genotificeerd moet worden.
Notificeren en ophalen van gegevens zijn ontkoppeld.
De dienstenafnemer heeft het initiatief om, op basis van een notificatie, (desgewenst) de
relevante gegevens behorende bij de gebeurtenis op te halen en (desgewenst) te verwerken.
Het is de verantwoordelijkheid van de afnemer om ontvangen notificaties tijdig en op
juiste wijze af te handelen.
In oktober zijn eerste voorgestelde afspraken over notificeren gepubliceerd:
https://www.vngrealisatie.nl/nieuws/eerste-afspraken-over-notificeren-binnen-de-overheid-gepubliceerd
In hoofdstuk 4 worden 10 uitgangspunten voorgesteld.
In hoeverre kunnen de volgende uitgangspunten worden opgenomen voor de objectenregistratie?
De 10 uitgangspunten: