Geonovum / disgeo-arch

disgeo-architectuur
1 stars 7 forks source link

reactie gemeente Apeldoorn #71

Closed n-devries closed 3 years ago

n-devries commented 3 years ago
  1. Paragraaf 2.2, omschrijving processtap inwinnen, • Wat is het verschil tussen gegevens en eigenschappen? Het zinsdeel “over objecten en/of eigenschappen daarvan” is overbodig. Dat geldt voor alle keren dat dit genoemd wordt. Maakt het tegelijk leesbaarder. • Gegevensbron: Dat is dan toch een registratie? Wordt hier een andere registratie bedoeld dan de registratie bij het kopje Registreren? • De beschrijving gaat veel verder dan ‘inwinnen’. De tekst vanaf “beschikbaar maken…” hoort niet hier, omdat het niets te maken heeft met inwinnen
  2. Paragraaf 2.2, omschrijving processtap samenstellen • Onduidelijk wie of wat hier iets doet • Onduidelijk wat een “samenhangende omschrijving” is en hoe dat eruit ziet
  3. Paragraaf 2.2, omschrijving processtap registreren • Onduidelijk wat wordt bedoeld met en hoe dit eruit ziet: “op een gevalideerde wijze” • Waar ligt vast wie wat mag registreren?
  4. Paragraaf 2.2, omschrijving processtap verrijken • Wie gaat dit doen? Voor wie ligt hier een rol?
  5. Paragraaf 2.2, omschrijving processtap onderzoeken • Al dan niet wijzigen van het betreffende gegeven in de registratie’ kun je beter weer laten vallen onder inwinnen en de cirkel opnieuw starten. Tekst aanpassen: “… en na het verzamelen van aanvullende gegevens of indien er onjuistheden zijn opnieuw starten met ‘inwinnen’ of indien er geen onjuistheden zijn dit terugkoppelen aan de terugmelder.”
  6. Paragraaf 2.3, tekst onder figuur 4 • ondersteundende = ondersteunende
  7. Paragraaf 2.4 figuur 5 Interacties • Stippellijn van ‘Omgeving’ is zichtbaar, vermoedelijk staat onderin de stippellijn van ‘Bestuurd systeem’ deze stippellijn en de tekst ‘Bestuurd systeem’ is alleen niet zichtbaar in de afbeelding
  8. Paragraaf 2.4, omschrijving bronhouder interactie gegevens • Wat betekent ‘beheert’? Is dat ‘onderhouden’? Of ‘veilig bewaren’? Of ….? Graag verduidelijken. • Is het gegeven pas authentiek als het in de SOR zit? Of als het in de eigen registratie zit (zoals nu bij de BAG). Graag een uitspraak hierover.
  9. Paragraaf 2.4, omschrijving bronhouder interactie inzicht • Hoe bewaken we dan de kwaliteit? Hoe komt dat inzicht tot stand?
  10. Paragraaf 2.4, bronhouder • Is de bronhouder automatisch afnemer?
  11. Paragraaf 2.4, bronhouder interactie inzicht • Hoe komt het inzicht in gegevenskwaliteit tot stand?
  12. Paragraaf 2.4, laatste alinea onder noot • Onduidelijk wie of wat de “Besturing van de Objectenregistratie” is. Wie is de eigenaar?
  13. Paragraaf 3.2, laatste alinea • Wie zijn dienstenaanbieders? Software leveranciers? Of is dit de organisatie die de SOR (als centrale registratie) beheert?
  14. Paragraaf 3.3, inrichtingsprincipe 1 • Door de tekst die achter de komma staat ontstaat er onduidelijkheid. De bronhouder heeft dus geen authentieke gegevens meer?
  15. Paragraaf 3.3, inrichtingsprincipe 2 • Komt er één centrale registratie of wordt dit anders opgelost? Komt er toegang tot 1 registratie of 1 toegang tot meerdere registraties?
  16. Paragraaf 3.3, inrichtingsprincipe 3 • Tekst “benaderen” in de eerste zin: Verwarrende term. Bedoel je raadplegen of registreren of beide? • Tekst “services” in de eerste zin: Raadpleegservices kunnen niet garanderen dat de gegevens voldoen aan de eisen. Dat kun je deels doen bij de registratie van gegevens door duidelijke bedrijfsregels toe te passen.
  17. Paragraaf 3.3, inrichtingsprincipe 5 tekst “Alles is een service” • Vreemde uitspraak. Volgens mij niet correct. Voorbeeld: een gegeven is geen service.
  18. Paragraaf 3.3, inrichtingsprincipe 5 tekst “Intern is extern” • Graag verduidelijken, dit is op meerdere manieren te lezen en nu niet duidelijk wat er bedoeld wordt
  19. Paragraaf 4.2, tekst onder figuur 6 • “De laag Inzicht…” moet zijn “De kolom Inzicht…”
  20. Paragraaf 4.3, omschrijving gegevenskwaliteit, tekst “de gemeten waarden” • Hoe doe je dat? Hoe ga je de kwaliteit van de gegevensverzameling meten en beschikbaar stellen?
  21. Paragraaf 4.4 Functies in de laag Uitvoering • De functie Onderzoek ontbreekt. Komen daar ook faciliteiten voor?
  22. Paragraaf 4.5 omschrijving betalingen • Wat zij betaalde diensten en wie bepaalt dit. Het kan niet zo zijn dat een bronhouder moeten betalen om de opgevoerde gegevens te gebruiken!
  23. Paragraaf 4.7 Noot • Beschikbaarheid, performance, eenduidigheid van gebruik en inzetbaarheid van metadata
  24. Paragraaf 5.2.1 1e alinea tekst “meta-gegevens” • Wat wordt verstaan onder meta-gegevens. Zijn dit de definities van de gegevenstypen of zijn dit bijvoorbeeld aanduidingen over de nauwkeurigheid van geregistreerde gegevens.
  25. Paragraaf 5.2.1 tekst “De component Registratie biedt services” • Welke soorten services worden hier bedoeld en op basis waarvan?
  26. Paragraaf 5.2.1 vereisen 1 • Is dit bij de SOR? Of bij de bronhouder die registreert?
  27. Paragraaf 5.2.1 vereisen 2 • Wie legt gegevenswijzigingen vast? Welke gegevens worden bedoeld? Vastgelegd in de database of in een document?
  28. Paragraaf 5.2.2 uitgangspunten, tekst “intern onderdeel” • Onduidelijk of intern bij de bronhouder is of in de SOR. Deze onduidelijkheid komt steeds terug. Maak een keuze!
  29. Paragraaf 5.2.2 uitgangspunten, tekst “De technische wijze van opslag is verantwoordelijkheid van de uitvoeringspartij die dit invult.” • Is dit inwinnen, samenstellen en registreren of het beheren van de fysieke database. Toevoegen bij de stappen de uitvoeringspartijen. Wie is wie en wie doet wat?
  30. Paragraaf 5.2.2 vereisten 2 • Om wat voor gegevens gaat het dan? De SOR bevat de in het woordenboek beschreven gegevens, niet andere gegevens die wellicht nodig zijn om de SOR-gegevens vast te stellen. Of gaat het hier bijvoorbeeld over gegevens voor autorisatie of logging?
  31. Paragraaf 5.2.2 vereisten 6 • Wat bedoel wordt bedoeld met “opslagmechanisme”. Waarom spreken we nu over een opslagmechanisme. Beter punt naar overgezet kunnen worden. Nu absoluut niet duidelijk! Verduidelijken met voorbeelden?
  32. Paragraaf 5.2.3, 2e alinea tekst “gegevens en informatie” • Niet mee eens. Kwestie van definiëren. Informatie is de presentatie van de gewenste gegevens in de juiste vorm op het juiste moment. Een afgeleid gegeven is dus nog geen informatie maar gewoon een gegeven. Het is dus nog maar de vraag of je met de SOR informatie wilt leveren.
  33. Paragraaf 5.2.3, vereisten 2 • Onduidelijk is wat gemaks- en processervices zijn.
  34. Paragraaf 5.2.3, vereisten 3 • Het zou makkelijk zijn als de SOR zelf pakt wat nodig is, dus schifting bij de SOR en niet bij de aanleverende partij. Maak gebruik van de dump en grap methode!
  35. Paragraaf 5.2.3, noot • Welke andere soort services dan dataservices wordt dan aan gedacht? • Het onderscheid blijkt wel uit de definitie van de service. Een afnameservice biedt geen registratiemogelijkheden. Bij een registratieservice is het mogelijk dat je eerst gegevens moet opvragen, bijvoorbeeld om een relatie met een geregistreerd object te leggen.
  36. Paragraaf 5.2.3.1 Afgeleide opslag • Door de afgeleide opslag worden bronhouders in een onmogelijke positie gebracht, omdat de bronhouder op het zelfde moment ook afnemer kan zijn
  37. Paragraaf 5.2.3.1 vereisten • Kunnen we niet zonder die afgeleide opslag? Lijkt wat voorbarig om nu al over afgeleide opslag te praten. Liever de opslag zodanig structureren dat directe afname mogelijk is. Of speelt hier toch weer de onduidelijkheid over een centrale versus vele decentrale opslagplekken een rol? Is die afgeleide opslag dan een middel om de decentraal opgeslagen gegevens te verzamelen?
  38. Paragraaf 5.2.3.1 vereisten 2 • Dus een kopie database bij de bronhouder? Hiermee haal je de complete inrichting van de SOR onderuit!
  39. Paragraaf 5.2.3.1 vereisten 3 • Wie beheert/gebruikt de afgeleide opslag. Is dit onderdeel van de SOR of bij de afnemer of bronhouder?
  40. Paragraaf 5.2.4 Notificatie • Mooi concept maar het vereist wel duidelijkheid over alle soorten gebeurtenissen waardoor gegevens kunnen wijzigen. Dat was bij het HR een flinke klus.
  41. Paragraaf 5.2.4 Notificatie, invulling, tekst “Op een later moment wordt bepaald….” • Deze architectuurbeschrijving bevat nog veel open eindjes.
  42. Paragraaf 5.2.5 uitgangspunten, 1e punt tekst “Bronhouders zijn geabonneerd…” • Abonneren suggereert vrijwilligheid. Dat is hier niet aan de orde. Bronhouders zijn verplicht terugmeldingen te onderzoeken.
  43. Paragraaf 5.2.5 uitgangspunten, 2e punt tekst “terugmelding op een gegeven is zowel een aanduiding bij een gegeven dat er twijfel over bestaat als een aanleiding” • Even iets nauwkeuriger: een terugmelding is een gebeurtenis waarbij een twijfel over de juistheid van een geregistreerd gegeven wordt geuit. Deze terugmelding is tevens de aanleiding voor de bronhouder om die twijfel te onderzoeken.
  44. Paragraaf 5.2.5 uitgangspunten, 4e punt tekst “standaard” • Welke standaard gegevens?
  45. Paragraaf 5.2.5 uitgangspunten, 6e punt tekst “betrekking hebben op 1 of meerdere bronhouders.” • Zijn er dan meerdere bronhouders voor 1 gegeven?
  46. Paragraaf 5.2.5 vereisten 2 tekst “bij registratie” • Dan is het toch geen terugmelding? Je gaat een gegeven toch niet registreren als het niet strookt met de beperkingsregels?
  47. Paragraaf 5.2.5 vereisten 2 tekst “periodiek” • Niet achteraf maar vooraf dwz voor registratie controleren!
  48. Paragraaf 5.2.5 vereisten 2 tekst “veranderingen in de gegevensstructuur” • Hoe kan een verandering in de gegevensstructuur leiden tot twijfels over de juistheid?
  49. Paragraaf 5.2.5 vereisten 4 tekst “bulk” • Dat leidt dan wel tot evenveel terugmeldingen als er gegevens zijn waarover getwijfeld wordt? Immers iedere terugmelding wordt gerelateerd aan het betreffende geregistreerde gegeven.
  50. Paragraaf 5.2.5 Externe afhankelijkheden • Wat doe je met die afhankelijkheid?
  51. Paragraaf 5.3.1 1e zin tekst “informatieproducten” • Zoals eerder aangegeven: een afgeleid gegeven is een gegeven en geen informatie. Goed om afgeleide gegevens op te nemen in de Gegevenscatalogus, graag met afleidingsregel.
  52. Paragraaf 5.3.1 2e zin tekst “inhoud van de gegevens en informatieproducten” • Niet de inhoud maar de betekenis van gegevens. • Beter zicht nodig op waaraan bij informatieproducten gedacht wordt.
  53. Paragraaf 5.3.1 4e zin tekst “aanname” • Schrijft de architectuur dat niet voor? Dit is toch een verplichting?
  54. Paragraaf 5.3.1 vereisten • De beperkingsregels zoals optionaliteit, kardinaliteit ontbreken
  55. Paragraaf 5.3.1 vereisten 1 tekst “begrippen” • Vervangen door objecttypen en gegevenstypen.
  56. Paragraaf 5.3.1 vereisten 2 tekst “relaties tussen de begrippen” • Graag uitleg wat hier bedoeld wordt. Gaat het over begrippen of over gegevens. En wat voor relaties? Worden hier beperkingsregels bedoeld? Bijvoorbeeld een Pand bevat 0, 1 of meer verblijfsobjecten?
  57. Paragraaf 5.3.1 vereisten 5 tekst “veranderingen van relaties, verandering van definities” • Mogelijke veranderingen hebben niet onze voorkeur.
  58. Paragraaf 5.3.1 vereisten 8 tekst “inhoud” • Of betekenis?
  59. Paragraaf 5.3.2 vereisten 1 • Wie gaat dit doen? Op welke plek worden ze ingezet?
  60. Paragraaf 5.3.2 vereisten 6.3 • ????
  61. Paragraaf 5.3.3 tekst “(structuur van de) inhoud” • “(structuur van de inhoud)” voegt niet toe, kan weg • Inhoud wijzigen in betekenis
  62. Paragraaf 5.4.1, 2e zin tekst “abonnementen” • Dus niet van toepassing op terugmeldingen
  63. Paragraaf 5.4.1.1 tekst “Abonnementen zijn abonnementen” • Tekst wijzigen in “Notificatieabonnementen zijn abonnementen”
  64. Paragraaf 5.4.1.2 noot • Services moeten ook zonder abonnement beschikbaar zijn! En door de bronhouder te allen tijde kosteloos gebruikt kunnen worden!
  65. Paragraaf 5.4.1.2 uitgangspunten, 2x 1e woord Abonnementen • Wijzigen in afnameabonnementen
  66. Paragraaf 5.5.1 uitgangspunten • Worden informatiesystemen ook gecertificeerd?
  67. Paragraaf 5.5.2 Invulling • Beter om de twee punten te plaatsen onder Vereisten
  68. Paragraaf 6.1 regel 05 • Veel te algemeen. Beschrijf wat je bedoelt.
  69. Paragraaf 6.6 regel 10, tekst “Informatie is “bewerkte data”” • Niet geheel mee eens. Een afgeleid gegeven is ook een gegeven. Daar kan kennis, bijvoorbeeld in de vorm van een rekenregel, aan zijn toegevoegd. Het is pas informatie als het op het juiste moment in de juiste vorm wordt gepresenteerd.
BartJandeLeuw commented 3 years ago

Hartelijke dank voor de vele constructieve opmerkingen!

Hierbij de antwoorden van de auteurs:

  1. Paragraaf 2.2, omschrijving processtap inwinnen,

Nieuwe omschrijving: Het door waarneming vanuit de werkelijkheid of uitvraag aan burgers en bedrijven vanuit werkprocessen beschikbaar maken van objectgegevens

  1. Paragraaf 2.2, omschrijving processtap samenstellen • Onduidelijk wie of wat hier iets doet • Onduidelijk wat een “samenhangende omschrijving” is en hoe dat eruit ziet Nieuwe omschrijving: Het combineren van objectgegevens in samenhang conform hetgeen daarover is bepaald in inhoudelijke criteria en kwaliteitseisen aan de objectenregistratie.

  2. Paragraaf 2.2, omschrijving processtap registreren Nieuwe omschrijving: Het valideren en vastleggen van objectgegevens in de registratie

  3. Paragraaf 2.2, omschrijving processtap verrijken • Wie gaat dit doen? Voor wie ligt hier een rol? Rollen en verantwoordelijkheden worden beschreven in de Architectuur van de organisatie van de objectenregistratie.

  4. Paragraaf 2.2, omschrijving processtap onderzoeken Nieuwe omschrijving: Het analyseren van een mogelijk onjuist gegeven in de registratie naar aanleiding van een terugmelding en het delen van en opvolging geven aan die analyse. Paragraaf 2.3, tekst onder figuur 4 • ondersteundende = ondersteunende

  5. Paragraaf 2.4 figuur 5 Interacties Figuur 5 aanpassen om Bestuurd systeem met stippellijn er om zichtbaar te maken

  6. Paragraaf 2.4, omschrijving bronhouder interactie gegevens • Wat betekent ‘beheert’? Is dat ‘onderhouden’? Of ‘veilig bewaren’? Of ….? Graag verduidelijken.

De rol bronhouder “houdt objectgegevens bij”, dat wil zeggen dat de bronhouder de gegevens registreert en de gegevens conform gestelde eisen in overeenstemming houdt met de werkelijkheid. Opmerking: Een gegeven kan pas authentiek zijn als het in de registratie is opgenomen.

  1. Paragraaf 2.4, omschrijving bronhouder interactie inzicht • Hoe bewaken we dan de kwaliteit? Hoe komt dat inzicht tot stand? Zie 5.3.2 gegevenskwaliteit. Hoe gegevenskwaliteit wordt bewaakt is buiten scope.

  2. Paragraaf 2.4, bronhouder • Is de bronhouder automatisch afnemer? Bronhouder is een rol. Afnemer is een andere rol. Dezelfde actor kan beide rollen vervullen.

  3. Paragraaf 2.4, bronhouder interactie inzicht • Hoe komt het inzicht in gegevenskwaliteit tot stand? Zie 5.3.2 gegevenskwaliteit.

  4. Paragraaf 2.4, laatste alinea onder noot • Onduidelijk wie of wat de “Besturing van de Objectenregistratie” is. Wie is de eigenaar?  Architectuur van organisatie

Rollen en verantwoordelijkheden worden beschreven in de Architectuur van de organisatie van de objectenregistratie.

  1. Paragraaf 3.2, laatste alinea • Wie zijn dienstenaanbieders? Software leveranciers? Of is dit de organisatie die de SOR (als centrale registratie) beheert?  Architectuur van organisatie Rollen en verantwoordelijkheden worden beschreven in de Architectuur van de organisatie van de objectenregistratie.

Dienstenaanbieder in 3.2 is afkomstig uit de NORA. In dit geval is de aanbieder van de diensten van de SOR de dienstenaanbieder. Welke organisatie of organisaties dat zijn is nog niet bepaald.

  1. Paragraaf 3.3, inrichtingsprincipe 1 • Door de tekst die achter de komma staat ontstaat er onduidelijkheid. De bronhouder heeft dus geen authentieke gegevens meer? Welke onduidelijkheid er ontstaat is de auteurs niet duidelijk. De bronhouder houdt authentieke gegevens bij, de gegevens zijn voor afnemers beschikbaar om te gebruiken. Principe als volgt aangepast: ‘zodat de opslag van gegevens onafhankelijk is’ ipv ‘zodat het beheren en afnemen van gegevens onafhankelijk is’ Nieuwe formuliering van principe Inrichtingsprincipe 1: Gegevens worden gescheiden van applicaties bewaard, zodat de opslag van gegevens onafhankelijk is van de gebruikte applicaties en gegevens te (her)gebruiken zijn in verschillende applicaties voor verschillende doeleinden.

  2. Paragraaf 3.3, inrichtingsprincipe 2 • Komt er één centrale registratie of wordt dit anders opgelost? Komt er toegang tot 1 registratie of 1 toegang tot meerdere registraties? De registratie gedraagt zich als één geheel. Er komt één toegang. Akkoord. Tekst van principe niet aangepast

  3. Paragraaf 3.3, inrichtingsprincipe 3 • Tekst “benaderen” in de eerste zin: Verwarrende term. Bedoel je raadplegen of registreren of beide? • Tekst “services” in de eerste zin: Raadpleegservices kunnen niet garanderen dat de gegevens voldoen aan de eisen. Dat kun je deels doen bij de registratie van gegevens door duidelijke bedrijfsregels toe te passen. Met benaderen bedoelen we zowel raadplegen als registreren. Nieuwe tekst: Gegevens zijn alleen te registreren, wijzigen en raadplegen via dataservices, zodat de registratie-services kunnen garanderen dat de gegevens en metagegevens altijd voldoen aan de eisen en dat logging altijd plaatsvindt.

  4. Paragraaf 3.3, inrichtingsprincipe 5 tekst “Alles is een service” • Vreemde uitspraak. Volgens mij niet correct. Voorbeeld: een gegeven is geen service. Nieuwe tekst: “Alle functionaliteit wordt aangeboden als een service, zodat..” Tekst van principe aangepast zoals hierboven weergegeven

  5. Paragraaf 3.3, inrichtingsprincipe 5 tekst “Intern is extern” • Graag verduidelijken, dit is op meerdere manieren te lezen en nu niet duidelijk wat er bedoeld wordt Nieuwe tekst:
    Interne functionaliteit wordt eveneens extern aangeboden, zodat alle services herkenbaar en begrijpelijk zijn voor zowel interne als externe leveranciers van functionaliteit aan bronhouders en afnemers. Tekst van principe aangepast zoals hierboven weergegeven

  6. Paragraaf 4.2, tekst onder figuur 6 • “De laag Inzicht…” moet zijn “De kolom Inzicht…” Intern is extern, zodat alle services herkenbaar en begrijpbaar zijn voor zowel interne als externe leveranciers van functionaliteit aan bronhouders en afnemers.

  7. Paragraaf 4.3, omschrijving gegevenskwaliteit, tekst “de gemeten waarden” • Hoe doe je dat? Hoe ga je de kwaliteit van de gegevensverzameling meten en beschikbaar stellen? Hoe dit wordt ingevuld is aan de uitvoerder van de functie en wordt in dit document niet voorgeschreven.

  8. Paragraaf 4.4 Functies in de laag Uitvoering • De functie Onderzoek ontbreekt. Komen daar ook faciliteiten voor? Deze functie is, evenals de functie Inwinnen en de functie Samenstellen, aan de bronhouder.

  9. Paragraaf 4.5 omschrijving betalingen • Wat zij betaalde diensten en wie bepaalt dit. Het kan niet zo zijn dat een bronhouder moeten betalen om de opgevoerde gegevens te gebruiken!

Rollen en verantwoordelijkheden worden beschreven in de Architectuur van de organisatie van de objectenregistratie.

  1. Paragraaf 4.7 Noot • Beschikbaarheid, performance, eenduidigheid van gebruik en inzetbaarheid van metadata Dank voor de input.

  2. Paragraaf 5.2.1 1e alinea tekst “meta-gegevens” • Wat wordt verstaan onder meta-gegevens. Zijn dit de definities van de gegevenstypen of zijn dit bijvoorbeeld aanduidingen over de nauwkeurigheid van geregistreerde gegevens. De definities van de gegevenstypen zijn onderdeel van de gegevenscatalogus. Bijvoorbeeld aanduidingen over de nauwkeurigheid van geregistreerde gegevens zijn metagegevens. Metagegevens zijn “gegevens over de gegevens”.

  3. Paragraaf 5.2.1 tekst “De component Registratie biedt services” • Welke soorten services worden hier bedoeld en op basis waarvan? services voor informatiesystemen om objectgegevens te beheren (toevoegen en wijzigen). Op basis van de afgesproken scope van objecten in de objectenregistratie en afspraken met de aanbieder van de services.

  4. Paragraaf 5.2.1 vereisen 1 • Is dit bij de SOR? Of bij de bronhouder die registreert? Validatie aan de gegevensregels vindt plaats voorafgaand aan de registratie door de bronhouder. Overigens kan de rol bronhouder gegevens valideren zonder ze te registreren. Extra vereiste: Er is een onafhankelijke validatie functie: Validatie van een toevoeging of wijziging van een gegeven aan de gegevensregels is mogelijk zonder dat de gegevens daadwerkelijk worden geregistreerd. Bovenstaande vereiste is toegevoegd.

  5. Paragraaf 5.2.1 vereisen 2 • Wie legt gegevenswijzigingen vast? Welke gegevens worden bedoeld? Vastgelegd in de database of in een document?

De aanbieder van de services zorgt voor de vastlegging van de afgesproken gegevens op de afgesproken wijze. De bedoelde gegevens staan vermeld. De wijze van vastlegging maakt het mogelijk een audit uit te voeren doordat een audit log beschikbaar is.

  1. Paragraaf 5.2.2 uitgangspunten, tekst “intern onderdeel” • Onduidelijk of intern bij de bronhouder is of in de SOR. Deze onduidelijkheid komt steeds terug. Maak een keuze! Blijkbaar moeten we nog duidelijker uitleggen (in de inleiding?) dat dit document een objectenregistratie beschrijft die zich gedraagt als 1 geheel waar bronhouders gegevens ‘in stoppen’ en afnemers gegevens ‘uithalen’. Hoe deze technisch wordt ingericht en of dat centraal of gedistribueerd is wordt pas later bepaald. Het uitgangspunt is dat er logisch één objectenregistratie is en dat het onderscheid tussen lokale opslag en LV er niet meer is.

Met bronhouder wordt in het hele document de rol aangeduid die registreert en bijhoudt. Het woord intern is wellicht niet nodig: herformulering: De opslag-component is een intern onderdeel dat alleen via services te benaderen. Het is daarom niet nodig om hiervoor een standaard invulling te hanteren. De technische wijze van opslag is verantwoordelijkheid van de uitvoeringspartij die dit invult aanbieder van de component. Bovenstaande wijzigingen aangebracht.

  1. Paragraaf 5.2.2 uitgangspunten, tekst “De technische wijze van opslag is verantwoordelijkheid van de uitvoeringspartij die dit invult.” • Is dit inwinnen, samenstellen en registreren of het beheren van de fysieke database. Toevoegen bij de stappen de uitvoeringspartijen. Wie is wie en wie doet wat? “Wie is wie en wie doet wat” is een belangrijke vraag die niet in de architectuur van de voorzieningen wordt beantwoord.  Architectuur van organisatie Rollen en verantwoordelijkheden worden beschreven in de Architectuur van de organisatie van de objectenregistratie.

  2. Paragraaf 5.2.2 vereisten 2 • Om wat voor gegevens gaat het dan? De objectenregistratie bevat de in het woordenboek beschreven gegevens, niet andere gegevens die wellicht nodig zijn om de objectenregistratie-gegevens vast te stellen. Of gaat het hier bijvoorbeeld over gegevens voor autorisatie of logging? Herformulering: De opslag bevat alle gegevens die nodig zijn om de bronhouders objectgegevens te kunnen laten bijhouden en om deze gegevens beschikbaar te maken voor de verstrekker. De rol bronhouder “houdt objectgegevens bij”, dat wil zeggen dat de bronhouder de gegevens registreert en de gegevens conform gestelde eisen in overeenstemming houdt met de werkelijkheid. Daartoe moet de bronhouder zelf zorgen voor het (laten) inwinnen en samenstellen van nieuwe gegevens. Tekst aangepast zoals hierboven weergegeven.

  3. Paragraaf 5.2.2 vereisten 6 • Wat wordt bedoeld met “opslagmechanisme”. Waarom spreken we nu over een opslagmechanisme. Beter punt naar overgezet kunnen worden. Nu absoluut niet duidelijk! Verduidelijken met voorbeelden? Herformuleren: naar een andere manier van opslaan van gegevens. Is aangepast Voorbeeld: als de opslag in een nieuw soort “database” gaat plaatsvinden, moet overzetten met een beperkte inspanning mogelijk zijn. Voorbeeld toegevoegd.

  4. Paragraaf 5.2.3, 2e alinea tekst “gegevens en informatie” • Niet mee eens. Kwestie van definiëren. Informatie is de presentatie van de gewenste gegevens in de juiste vorm op het juiste moment. Een afgeleid gegeven is dus nog geen informatie maar gewoon een gegeven. Het is dus nog maar de vraag of je met de SOR informatie wilt leveren. Aangezien de term informatie tot veel opmerkingen leidt kunnen we informatie misschien beter vervangen door ‘afgeleide gegevens’ en informatie- en informatieproduct niet meer gebruiken. Dat moeten we dan consequent in het hele document doen. En we moeten ook uitleggen waarom we de term ‘informatieproduct’ uit het organisatiespoor hebben vervangen door ‘afgeleide gegevens’. En we moeten uitleggen dat wat het organisatiespoor ‘verrijken’ noemt we hier ‘afleiden’ noemen.

  5. Paragraaf 5.2.3, vereisten 2 • Onduidelijk is wat gemaks- en processervices zijn.

We nemen de definities van gemaks- en processervices over van API-strategie en/of Common Ground

  1. Paragraaf 5.2.3, vereisten 3 • Het zou makkelijk zijn als de objectenregistratie zelf pakt wat nodig is, dus schifting bij de objectenregistratie en niet bij de aanleverende partij. Maak gebruik van de dump en grap methode!

Deze paragraaf beschrijft afname en gaat niet over de aanleverende partij. Deze methode is bij de auteurs niet bekend.

  1. Paragraaf 5.2.3, noot • Welke andere soort services dan dataservices wordt dan aan gedacht? • Het onderscheid blijkt wel uit de definitie van de service. Een afnameservice biedt geen registratiemogelijkheden. Bij een registratieservice is het mogelijk dat je eerst gegevens moet opvragen, bijvoorbeeld om een relatie met een geregistreerd object te leggen. Met bovenliggende services worden gemaks- en processervices bedoeld. Deze services bieden afgeleide gegevens die zijn samengesteld uit gegevens.

  2. Paragraaf 5.2.3.1 Afgeleide opslag • Door de afgeleide opslag worden bronhouders in een onmogelijke positie gebracht, omdat de bronhouder op het zelfde moment ook afnemer kan zijn De auteurs zien niet wat er onmogelijk is. De positie van de bronhouder is die van gebruiker van de registratieservices. Actoren kunnen inderdaad zowel de rol bronhouder als de rol afnemer vervullen.

  3. Paragraaf 5.2.3.1 vereisten • Kunnen we niet zonder die afgeleide opslag? Lijkt wat voorbarig om nu al over afgeleide opslag te praten. Liever de opslag zodanig structureren dat directe afname mogelijk is. Of speelt hier toch weer de onduidelijkheid over een centrale versus vele decentrale opslagplekken een rol? Is die afgeleide opslag dan een middel om de decentraal opgeslagen gegevens te verzamelen? We kunnen inderdaad zonder afgeleide opslag. De afgeleide opslag is dan ook geen zelfstandige component. Als het voor de vereiste functionaliteit (en met name voor de non-functionals) van de afnameservices noodzakelijk is een (tijdelijke/gedeeltelijke) afgeleide opslag aan te leggen, dan wordt de inhoud hiervan gelijk gehouden met de opslag. In hoeverre de technische opslagplekken centraal of decentraal gedistribueerd zijn is niet van belang, zolang de opslag zich functioneel gedraagt als één plek.

  4. Paragraaf 5.2.3.1 vereisten 2 • Dus een kopie database bij de bronhouder? Hiermee haal je de complete inrichting van de SOR onderuit! De conclusie “kopie database bij de bronhouder” is onjuist. Deze paragraaf beschrijft de afname, voor de rol afnemer. Een eventuele afgeleide opslag ten behoeve van de eisen aan afname (bijvoorbeeld qua performance) heeft als inhoud een replicatie van de Opslag die aan de eisen voldoet.

  5. Paragraaf 5.2.3.1 vereisten 3 • Wie beheert/gebruikt de afgeleide opslag. Is dit onderdeel van de SOR of bij de afnemer of bronhouder? Alleen de aanbieder van afnameservices die daarvoor afgeleide opslag nodig heeft beheert en gebruikt deze.

  6. Paragraaf 5.2.4 Notificatie • Mooi concept maar het vereist wel duidelijkheid over alle soorten gebeurtenissen waardoor gegevens kunnen wijzigen. Dat was bij het HR een flinke klus.

Dank voor het commentaar en de waarschuwing.

  1. Paragraaf 5.2.4 Notificatie, invulling, tekst “Op een later moment wordt bepaald….” • Deze architectuurbeschrijving bevat nog veel open eindjes. De auteurs zijn het met deze opmerking eens. De architectuurbeschrijving bevat duidelijkheid waar mogelijk en laat ruimte waar wenselijk. Architectuur is een doorlopend proces voor het nemen van geïnformeerde beslissingen met de juiste afwegingen op het juiste moment.

  2. Paragraaf 5.2.5 uitgangspunten, 1e punt tekst “Bronhouders zijn geabonneerd…” • Abonneren suggereert vrijwilligheid. Dat is hier niet aan de orde. Bronhouders zijn verplicht terugmeldingen te onderzoeken. Suggestie van vrijwilligheid is van de reviewer, niet van de auteurs.

  3. Paragraaf 5.2.5 uitgangspunten, 2e punt tekst “terugmelding op een gegeven is zowel een aanduiding bij een gegeven dat er twijfel over bestaat als een aanleiding” • Even iets nauwkeuriger: een terugmelding is een gebeurtenis waarbij een twijfel over de juistheid van een geregistreerd gegeven wordt geuit. Deze terugmelding is tevens de aanleiding voor de bronhouder om die twijfel te onderzoeken. Auteurs weten niet op welke definitie de nauwkeuriger omschrijving is gebaseerd. Gebeurtenissen zijn in dit document niet uitgewerkt en scope en functionaliteit van en voor gebeurtenissen worden later bepaald. Tekst als volgt aangepast. “Een terugmelding op een gegeven resulteert in zowel een aanduiding bij een gegeven dat er twijfel over bestaat als in een aanleiding voor de bronhouder

  4. Paragraaf 5.2.5 uitgangspunten, 4e punt tekst “standaard” • Welke standaard gegevens? Bijvoorbeeld datum, tijd en terugmelder zoals dat nu ook gebeurt.

  5. Paragraaf 5.2.5 uitgangspunten, 6e punt tekst “betrekking hebben op 1 of meerdere bronhouders.” • Zijn er dan meerdere bronhouders voor 1 gegeven? Goede opmerking, suggestie wordt abusievelijk gewekt. Een gegeven heeft maar één bronhouder. Punt verwijderd.

  6. Paragraaf 5.2.5 vereisten 2 tekst “bij registratie” • Dan is het toch geen terugmelding? Je gaat een gegeven toch niet registreren als het niet strookt met de beperkingsregels? Goede opmerking. Het is mogelijk dat de beperkingsregels wijzigen. Dan worden eerder geregistreerde gegevens daardoor niet ineens “fout”. Wel kan het voorkomen dat toepassing van algoritmen ‘fouten’ aan het licht brengt die niet in strijd zijn met de beperkingsregels (gegevensregels) maar wel in strijd zijn met de juiste weergave van de werkelijkheid. Gegevensregels kunnen immers niet controleren “wat er werkelijk buiten staat”.

  7. Paragraaf 5.2.5 vereisten 2 tekst “periodiek” • Niet achteraf maar vooraf dwz voor registratie controleren! Aan gegevensregels wordt vooraf gecontroleerd, zie de paragraaf Registratie.

  8. Paragraaf 5.2.5 vereisten 2 tekst “veranderingen in de gegevensstructuur” • Hoe kan een verandering in de gegevensstructuur leiden tot twijfels over de juistheid? Wanneer bij een verandering in de gegevensstructuur gegevens door de bronhouders worden aangepast, kunnen daar fouten bij worden gemaakt.

  9. Paragraaf 5.2.5 vereisten 4 tekst “bulk” • Dat leidt dan wel tot evenveel terugmeldingen als er gegevens zijn waarover getwijfeld wordt? Immers iedere terugmelding wordt gerelateerd aan het betreffende geregistreerde gegeven. Dat is juist.

  10. Paragraaf 5.2.5 Externe afhankelijkheden • Wat doe je met die afhankelijkheid? In de gaten houden.

  11. Paragraaf 5.3.1 1e zin tekst “informatieproducten” • Zoals eerder aangegeven: een afgeleid gegeven is een gegeven en geen informatie. Goed om afgeleide gegevens op te nemen in de Gegevenscatalogus, graag met afleidingsregel. Waardevolle suggestie, deze volgen we op. Dank.

  12. Paragraaf 5.3.1 2e zin tekst “inhoud van de gegevens en informatieproducten” • Niet de inhoud maar de betekenis van gegevens. • Beter zicht nodig op waaraan bij informatieproducten gedacht wordt. Dank voor de suggestie. Terminologie van het meta informatie model MIM gaan we hanteren in het document.

  13. Paragraaf 5.3.1 4e zin tekst “aanname” • Schrijft de architectuur dat niet voor? Dit is toch een verplichting? Dit schrijft de architectuur niet voor. De services van de objectenregistratie maken het mogelijk een interactiecomponent te bieden om de gegevenscatalogus te raadplegen.

  14. Paragraaf 5.3.1 vereisten • De beperkingsregels zoals optionaliteit, kardinaliteit ontbreken. Beperkingsregels worden in het document gegevensregels genoemd. Het vastleggen en beheren van gegevensregels valt binnen de component Gegevenscatalogus Welke gegevensregels er (moeten) zijn wordt behandeld in de informatie architectuur (zie eisen aan het model van de objectenregistratie).

  15. Paragraaf 5.3.1 vereisten 1 tekst “begrippen” • Vervangen door objecttypen en gegevenstypen. Dank voor de suggestie. Terminologie van het meta informatie model MIM gaan we hanteren in het document.

  16. Paragraaf 5.3.1 vereisten 2 tekst “relaties tussen de begrippen” • Graag uitleg wat hier bedoeld wordt. Gaat het over begrippen of over gegevens. En wat voor relaties? Worden hier beperkingsregels bedoeld? Bijvoorbeeld een Pand bevat 0, 1 of meer verblijfsobjecten?

Dank voor de suggestie. Terminologie van het meta informatie model MIM gaan we hanteren in het document.

  1. Paragraaf 5.3.1 vereisten 5 tekst “veranderingen van relaties, verandering van definities” • Mogelijke veranderingen hebben niet onze voorkeur.

De voorzieningen van de objectenregistratie bieden de benodigde flexibiliteit om met veranderingen om te kunnen gaan.

  1. Paragraaf 5.3.1 vereisten 8 tekst “inhoud” • Of betekenis?

Dank voor de suggestie. Terminologie van het meta informatie model MIM gaan we hanteren in het document.

  1. Paragraaf 5.3.2 vereisten 1 • Wie gaat dit doen? Op welke plek worden ze ingezet? “Wie is wie en wie doet wat” is een belangrijke vraag die niet in de architectuur van de voorzieningen wordt beantwoord.  Architectuur van organisatie Rollen en verantwoordelijkheden worden beschreven in de Architectuur van de organisatie van de objectenregistratie.

  2. Paragraaf 5.3.2 vereisten 6.3 • ???? Herformulering gevonden:

  3. Dat kwaliteitsmetingen reproduceerbaar zijn over tijd, maakt kwaliteitsmonitoring mogelijk.

  4. Paragraaf 5.3.3 tekst “(structuur van de) inhoud” • “(structuur van de inhoud)” voegt niet toe, kan weg • Inhoud wijzigen in betekenis

Dank voor de suggestie. Terminologie van het meta informatie model MIM gaan we hanteren in het document.

  1. Paragraaf 5.4.1, 2e zin tekst “abonnementen” • Dus niet van toepassing op terugmeldingen Bronhouders hebben de wettelijke plicht om terugmeldingen te onderzoeken. Zij kunnen daartoe abonnementen op terugmeldingen afsluiten. Deze abonnementen kunnen zowel notificaties als Afname betreffen.

  2. Paragraaf 5.4.1.1 tekst “Abonnementen zijn abonnementen” • Tekst wijzigen in “Notificatieabonnementen zijn abonnementen” Inderdaad. Dank.

  3. Paragraaf 5.4.1.2 noot • Services moeten ook zonder abonnement beschikbaar zijn! En door de bronhouder te allen tijde kosteloos gebruikt kunnen worden! Dank voor de mening.

  4. Paragraaf 5.4.1.2 uitgangspunten, 2x 1e woord Abonnementen • Wijzigen in afnameabonnementen Inderdaad. Dank.

  5. Paragraaf 5.5.1 uitgangspunten • Worden informatiesystemen ook gecertificeerd? Deze vraag wordt niet beantwoord in de architectuur.

  6. Paragraaf 5.5.2 Invulling • Beter om de twee punten te plaatsen onder Vereisten

“De eisen aan Digitoegankelijkheid” verplaatsen we naar vereisten.

  1. Paragraaf 6.1 regel 05 • Veel te algemeen. Beschrijf wat je bedoelt. Zie principes in het betreffende hoofdstuk.

  2. Paragraaf 6.6 regel 10, tekst “Informatie is “bewerkte data”” • Niet geheel mee eens. Een afgeleid gegeven is ook een gegeven. Daar kan kennis, bijvoorbeeld in de vorm van een rekenregel, aan zijn toegevoegd. Het is pas informatie als het op het juiste moment in de juiste vorm wordt gepresenteerd.

Dank voor de suggestie. Terminologie van het meta informatie model MIM gaan we hanteren in het document.