HDAT / hdat-scriptie

Onderzoek, onderzoek, onderzoek
0 stars 0 forks source link

Literatuur #2

Open evanzummeren opened 8 years ago

evanzummeren commented 8 years ago

Algemene Nederlandse economie

Volgende boeken koppelen opkomst van de Nederlandse economie duidelijk aan de handel

De Vries J. en Ad van der Woude, Nederland 1500 - 1815: de eerste ronde van moderne economische groei (Amsterdam 1995) (met name hoofdstukken 9 en 10) J.L van Zanden, Arbeid tijdens het handelskapitalisme. Opkomst en neergang van de Hollandse economie (Bergen 1991) Jonathan Israel, Dutch Primacy in World Trade 1585 - 1740 (Oxford 1989)

VOC

F. Gaastra, De geschiedenis van de VOC (Zutphen 1991) J.L. Blusse van Oud-Alblas, Strange Company. Chinese settlers, mestizo women and the Dutch in VOC Batavia (Dordrecht 1986) Roelof van Gelder, Het Oost-Indisch avontuur. Duitsers in dienst van de VOC (Nijmegen 1997) G.J. Knaap, Kruidnagelen en christenen. De Verenigde Oost-Indische Compagnie en de bevolking van Ambon 1656 - 1696 (Dordrecht 1987) Johan Talens, Een feodale samenleving in koloniaal vaarwater. Staatsvorming, koloniale expansie en economische onderontwikkeling in Banten, West Java (1600 - 1750) (Hilversum 1999) Ad Biewenga, De Kaap de Goede Hoop. Een Nederlandse vestigingskolonie (1680 - 1730) (Amsterdam 1999) Leonard Blusse, Bitters kruid. Een koloniaal huwelijksdrama in de Gouden Eeuw (Amsterdam 1997)

evanzummeren commented 8 years ago

Aantekeningen boek Maarten Prak

H8. Een wereldwijd handelsnetwerk

Verschil WIC (West) en VOC (Oost)

WIC hield zich voornamelijk met het exploiteren van plantages bezig. VOC met handel.

Feiten WIC (p. 125 - 130)

De VOC was vele malen succesvoller dan de WIC. Maarten Prak geeft hiervoor twee redenen (p. 130 - 132)

  1. De Nederlanders waren te laat in Amerika. Daardoor moesten zij veel moeite doen om een plaatsje te vinden. Daarnaast was de reis naar West minder lang en gevaarlijk als de reis naar Oost. Hierdoor zagen particulieren de kans om op eigen houtje naar West te gaan, iets wat van invloed was op de winstmarges van de WIC.
  2. Fundamenteel verschil van de economische structuren in Amerika en Azie. De Indiaanse economie was onderontwikkeld, zij konden weinig leveren en waren erg geïnteresseerd in Europese goederen. In Azie was het omgekeerde het geval: Er kon veel geleverd worden, maar er bestond weinig interesse in de Europese goederen. Daardoor moest de VOC veel in contanten betalen, maar orchestreerde de VOC ook een levendige handel tussen de gebieden in Azie. De Republiek bezat zelf namelijk nauwelijks grondstoffen. De VOC kon zonder problemen in het al reeds bestaande handelsnetwerk tappen (opgezet door het Midden-oosten, later uitgebreid door de Portugezen, Spanjaarden, Engelsen en uiteindelijk Nederlanders). De handel ging vaak direct via de vorsten.

Handel van de VOC (p. 131 - 134)

Afsluitend (p. 134 - 136)

evanzummeren commented 8 years ago

Britse context

Seven Years War: https://www.wikiwand.com/en/Seven_Years'_War Serie oorlogen gedurende de jaren 1754 tot en met 1763. Hoofdconflict speelt zich tussen 1756 en 1763. De Britten poogden de Republiek aan hun zijde te krijgen, maar de Republiek bleef neutraal. Conflict is van groot belang omdat GB hiermee de grote territoriale macht in Azië zou worden.

Conflict speelt zich voornamelijk af in Amerika, maar er is ook wat onenigheid in Azie. Britten verkrijgen onder andere Canada, Dominica, Grenada, St. Vincent, Tobago en Senegal van Frankrijk en Manila, Florida van Spanje. Frankrijk werd verslagen in in India met de verovering van de Franse hoofdbasis Pondicherry in 1761. Groot-Brittanie was hierna de grote Europese mogendheid in het continent. In 1764-5 verkreeg de Britse Oost-Indie Compagnie de Bengalen en Bihar, waarmee het ook de grote territoriale kracht werd in het lagere gebied van de Ganges vallei. De overwinning bij Buxar (1764) was hierbij vooral van belang. De overwinning van Tipu, de sultan van Mysore in de derde Mysore oorlog van 1790 - 1792 zorgde voor een kleine toevoeging van het zuiden van India, de overwinning in een ander conflict omstreeks 1799 zorgde ervoor dat GB vrijwel geheel zuid India in handen kreeg.

Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog zorgde ervoor dat GB belangrijke verliezen leed. Maar GB behield zijn positie als belangrijkste Europese macht, en daarmee 's werelds zeemacht. Deze macht werd extra bevestigd door grote marine uitgaven, en een alliantie die in 1787 gesloten werd met de Republiek/Verenigde Provinciën. Frankrijk werd alsmaar zwakker.

In 1789 had GB zijn volledige sterkte terug (na verzwakking VS onafh.oorlog), waardoor het in staat was om Napoleonistisch Franrkijk te weerstaan. p. 41 - 42 The Military Revolution II, Jeremy Black uit The Oxford History of Modern War

Aziatische context

Het is belangrijk om te weten dat Azie niet ondergeschikt was aan Europees imperialisme. In veel gebieden van Azie stonden de Europeanen in de periferie van de powerpolitiek. Dit was vooral het geval in Oost-Azie, continentaal Zuid-Oost Azie, Perzie en veel van Centraal Azie.

De leidende militaire macht in Azie bleef China. China's militaire sterkte was sterk gebaseerd op een 'buoyant economy' (sterk drijvende economie), een bevolking die van 100 miljoen in 1650 uitgroeide tot 300 miljoen in 1800 en een goed georganiseerde overheid. In 1683 werd Taiwan verslagen, en Mongolie in 1690 -7. In 1730's nieuwe gevechten in West-Mongolie (https://www.wikiwand.com/en/Ili_Kazakh_Autonomous_Prefecture). 1735 leidde dat tot een overwinning.Militaire interventie in Tibet 1718 - 1720 zorgde voor the establishment of Chinese suzeranity. Opstand in 1750, maar onderdrukt. Eveneens opstand in 1750 in Ili, maar ook onderdrukt. In 1758 bezette China Kashgar. Expedities in 1766 - 9 tegen Burma waren minder succesvol, maar in 1792 slaagden de Chinezen erin om op te rukken naar Katmandu and the Gurkhas van Nepal.

Agrarische gemeenschappen vs nomaden

Een militaire thema van veel Chinese campagnes is de strijd tussen relatieve georganiseerde agrarische gemeenschappen en nomadische of semi-nomadische mensen. De agricultuur van de eerste beschikte over 1) grotere populaties en daarmee ook de mogelijkheid tot grotere legers, en 2) dankzij belastingen een georganiseerdere staat. De nomaden en semi-nodamen waren voornamelijk afhankelijk van pastorale agricultuur, 1) bevolkten minder gepopuleerde gebieden en hadden 2) weinig ontwikkelde overheidsstructuren. Daardoor waren zij vaak ook 3) niet in staat om zichzelf te fortificeren en militair te specialiseren. Agrarische gemeenschappen konden militairen permanent ergens neerzetten.

Eveneens interessant https://www.wikiwand.com/en/Ten_Great_Campaigns