Informatievlaanderen / OSLOthema-bodemEnOndergrond

1 stars 1 forks source link

Attributen bodemmonster en grondmonster #43

Open oortska opened 3 years ago

oortska commented 3 years ago

Model(len) waarop de issue van toepassing is: AP Bodem, AP grondboring

Omschrijving van het probleem: Het is niet duidelijk of nu alle noodzakelijke attributen voor een monster worden meegenomen. Ook best attribuutnamen nog wat verduidelijken?

Omschrijving van een mogelijke oplossing: Een eerste voorstel voor attributen:

oortska commented 3 years ago

gewoon ter info: in Franse bodemdatabank zijn de gegevens van het actuele monster en de gegevens van de eigenlijke bemonstering gescheiden (zie https://dw3.gissol.fr/fichiers/dictionnaire_donesol_igcs_3-14_05-11-2020.pdf en https://dw3.gissol.fr/fichiers/modele_physique_donnees_donesol310.pdf). image

GeertThijs commented 3 weeks ago

Antwoorden inline:

Model(len) waarop de issue van toepassing is: AP Bodem, AP grondboring

Omschrijving van het probleem: Het is niet duidelijk of nu alle noodzakelijke attributen voor een monster worden meegenomen. Ook best attribuutnamen nog wat verduidelijken?

Omschrijving van een mogelijke oplossing: Een eerste voorstel voor attributen:

  • bemonsteringsplaats: kan dit ook voor een deel overgeërfd worden van het bemonsteringsobject?: XY overerven en diepte van en diepte tot wel hier meegeven. Hoe gaat dat dan? -> De bemonsteringsplaats meegeven kan op 2 manieren: 1) met het attribuut Monster.bemonsteringsplaats en 2) via de associatie Bemonsteringsobject.bemonsterdObject (dat door Monster wordt overgeërfd). De eerste methode is redelijk beperkt: je kan enkel een geometrie meegeven (bvb een Punt in 2.5D ttz een xyz). De tweede methode laat toe om bvb te zeggen dat Monster123.bemonsterdObject het Boorgat456 is. Een Boorgat is een RuimtelijkBemonsteringsobject met een Curve als geometrie. Je kan dan als bemonsteringsplaats een positie langs die Curve opgeven. Op dit patroon zijn nog andere varianten mogelijk, bvb door als bemonsterdObject van het Monster een diepte-interval op te geven. In dat geval is Monster.bemonsteringsplaats zelfs overbodig, tenzij je wil zeggen waar precies binnen het diepte-interval je het Monster nam. Zie het modelleerrapport voor datavoorbeelden.
  • bemonsteringstijdstip -> Dit attribuut is in feite overbodig als je het Monster definieert als resultaat van een Bemonstering. die klasse heeft nl ook een attribuut bemonsteringstijdstip.
  • materiaalklasse: wat is dit? -> Zoals geargumenteerd in issue #29 slaat de term Grondmonster dat het gaat over een Monster dat uit de Grond komt. Niet dat het monster noodzakelijk uit Grond bestaat. Zou ook Water of Bodem kunnen zijn wat we uit de Grond halen namelijk. Uit welk materiaal het Monster juist bestaat kan je dmv materiaalklasse beschrijven.
  • condities -> Omdat het nemen van Monsters een activiteit is ipv een object voegden we de klasse Bemonstering toe (zie [ AP Sensoren en Bemonstering]) en daaraan een attribuut Bemonstering.conditie. Is vergelijkbaar met Observatie.parameter en geeft de mogelijkheid om de omstandigheden waarin het Monster werd genomen te beschrijven.
  • monsternamedoor -> Bemonstering.uitgevoerdDoor.
  • bemonsteringsmethode (ipv bemonsteringstechniek) -> Monster.bemonsteringsmethode maar dit is in veel gevallen te beperkt. Om die reden is Bemonstering.gebruikteProcedure en Bemonstering.uitgevoerdDoor (resp met datatypes Bemonsteringsprocedure en Bemonsteraar). Zie[ AP Sensoren en Bemonstering] voor meer info.(https://data.vlaanderen.be/doc/applicatieprofiel/sensoren-en-bemonstering/).
  • 4 attributen voor 4 verschillende types bodemmonsters (zie apart issue) -> Via attribuut Monster.monstertype.

    • type 1: enkelvoudig monster of mengmonster
    • type 2: geroerd, ongeroerd
    • type 3: organische versus minerale monsters: vaak vergen deze monster andere voorbehandelingsmethode
    • type 4: verse monsters (die koel bewaard moeten worden tot analyse) of ‘te drogen’ (vooraf aan de analyse) monsters
  • bewaard ja/nee -< Vervalt: af te leiden uit de aanwezigheid van een huidigeLocatie.
  • grootte (verduidelijken dat het resterende grootte is van huidige bewaard staal) -> Niet opgenomen, is erg veel detail. Kan altijd in een implementatiemodel worden uitgebreid.
  • huidigelocatie -> Monster.huidigelocatie.
  • plus extra attribuut Identificator van monster op huidige locatie -> Bemonsteringsobject.identificator, overgeërfd door Monster (en dus ook grondmonster). Identificator is een Literal, via het type daarvan kan bvb onderscheid gemaakt worden tussen het oorspronkelijk ID en het ID van een bewaard Monster.
  • Wat met 'Labo': labo dat analyses op monster doet? -> analyses zijn Observaties met Monsters als geobserveerdObject. Via Observatie.gebruikteProcedure en Observatie.uitgevoerdDoor kan dit worden beschreven.
  • Wat met 'datum laboverslag'? -W Niet gemodelleerd want kenmerk van dat verslag. waarnaar wel kan worden verwezen met Observatieprocedure.specificatie.
GeertThijs commented 3 weeks ago

gewoon ter info: in Franse bodemdatabank zijn de gegevens van het actuele monster en de gegevens van de eigenlijke bemonstering gescheiden (zie https://dw3.gissol.fr/fichiers/dictionnaire_donesol_igcs_3-14_05-11-2020.pdf en https://dw3.gissol.fr/fichiers/modele_physique_donnees_donesol310.pdf). image

Is intussen ook het geval bij de B&O modellen: er zijn Monsters en Bemonsteringen (en subklassen daarvan bvb resp Grondboring en Grondmonster).