Het attribuut grondsoortnaam komt in IMBOR 2025 te vervallen. Maar het is van belang dat de typering van het objecttype Grondsoort, die wordt voorgesteld als leidraad, adequaat en volledig is. Vanuit het perspectief van duurzaam bodembeheer, is die type-indeling echter niet fijnmazig genoeg. Als zodanig moet er overwogen worden of de typering niet uitgebreid kan worden op basis van de gangbare classificatie van grondsoorten, ondergebracht bij de algemene CROW-typeringen.
De ontbrekende termen voor grondsoorten zijn hieronder opgesomd. Beschouw ter onderbouwing de bijgevoegde afbeelding van de 'Textuurdriehoek van de Nederlandse gronden' (Jongmans, A.G., M.W. van den Berg, M.P.W. Sonneveld, G. Peek en R. van den Berg van Saparoea, De landschappen van Nederland; geologie, bodem, landgebruik.
Wageningen Academic Publishers, 2012). Definities kunnen afgeleid worden uit de textuurdriehoek.
Silt
Lichte zavel
Zware zavel
Lichte klei
Matig zware klei
De open vragen aan de werkgroep zijn als volgt:
Welke indeling van Grondsoort is de de facto standaard?
Hoe fijnmazig moet een Grondsoortenindeling zijn voor IMBOR?
Het attribuut
grondsoortnaam
komt in IMBOR 2025 te vervallen. Maar het is van belang dat de typering van het objecttypeGrondsoort
, die wordt voorgesteld als leidraad, adequaat en volledig is. Vanuit het perspectief van duurzaam bodembeheer, is die type-indeling echter niet fijnmazig genoeg. Als zodanig moet er overwogen worden of de typering niet uitgebreid kan worden op basis van de gangbare classificatie van grondsoorten, ondergebracht bij de algemene CROW-typeringen.De ontbrekende termen voor grondsoorten zijn hieronder opgesomd. Beschouw ter onderbouwing de bijgevoegde afbeelding van de 'Textuurdriehoek van de Nederlandse gronden' (Jongmans, A.G., M.W. van den Berg, M.P.W. Sonneveld, G. Peek en R. van den Berg van Saparoea, De landschappen van Nederland; geologie, bodem, landgebruik. Wageningen Academic Publishers, 2012). Definities kunnen afgeleid worden uit de textuurdriehoek.
Silt
Lichte zavel
Zware zavel
Lichte klei
Matig zware klei
De open vragen aan de werkgroep zijn als volgt: