Verwarmingssystemen (6 varianten) gemodelleerd in HeatingSystem agent. In huishouden wordt het type verwarming bepaald met de p_heatingSystemType parameter. Totale stroom en gasverbruik worden bijgehouden in main, en dragen bij aan CO2 uitstoot vd wijk. Alleen district-heating gebruik telt nog niet mee. (Het model is nu zo ingesteld dat er geen district-heating gebruikt wordt)
Ook de tijdstap naar 15 minuten gezet, ipv 1 minuut, voor snellere simulaties. (tijdstap kan nu ook makkelijk aangepast worden in main)
Warmtebalans van woningen is nu event-based gemodelleerd, met tijdstap van 15 minuten, en is geïntegreerd met HeatingSystem functionaliteit die hierboven beschreven is.
Woningeigenschappen worden uitgelezen uit een meegeleverde BAG-database: oppervlakte, woningtype, bekend energielabel en bouwjaar. De BAG-database bevat woningen in Utrecht.
Warmtevraag is per woning anders, afhankelijk van woningoppervlakte, woningtypen (via vormfactor -> schiloppervlakte) en energielabel (via geschatte gemiddelde rc-waarde per label). Bij onbekend label wordt rc-waarde geschat (vaste waarde).
Verwarmingssystemen (6 varianten) gemodelleerd in HeatingSystem agent. In huishouden wordt het type verwarming bepaald met de p_heatingSystemType parameter. Totale stroom en gasverbruik worden bijgehouden in main, en dragen bij aan CO2 uitstoot vd wijk. Alleen district-heating gebruik telt nog niet mee. (Het model is nu zo ingesteld dat er geen district-heating gebruikt wordt)
Ook de tijdstap naar 15 minuten gezet, ipv 1 minuut, voor snellere simulaties. (tijdstap kan nu ook makkelijk aangepast worden in main)
Warmtebalans van woningen is nu event-based gemodelleerd, met tijdstap van 15 minuten, en is geïntegreerd met HeatingSystem functionaliteit die hierboven beschreven is.
Woningeigenschappen worden uitgelezen uit een meegeleverde BAG-database: oppervlakte, woningtype, bekend energielabel en bouwjaar. De BAG-database bevat woningen in Utrecht. Warmtevraag is per woning anders, afhankelijk van woningoppervlakte, woningtypen (via vormfactor -> schiloppervlakte) en energielabel (via geschatte gemiddelde rc-waarde per label). Bij onbekend label wordt rc-waarde geschat (vaste waarde).