nilanbais
commented
1 year ago De infrastructuur is in grote lijnen opgezet. Er is een server met een homepage met onderliggende functionaliteit (eerste functie was het presenteren dan de tijd die per secondes aanpast).
Eerst volgende functionaliteit die uitgebouwd moet worden, zijn de volgende:
- Het weerbericht kunnen presenteren, waarbij de informatie wordt vergregen door een call naar de backend (componenten: APIAccess, WeatherReport en (miss) DataCollector).
- De locatie kunnen uitlezen van het lokale systeem (componenten: UserLocation)
- De uitgelezen locatie kunnen opslaan als cookie (componenten: CookieManager)
- Een weerbericht presenteren van de uitgelezen locatie (aanpassing van implementatie: WeatherReport, CookieManager en UserLocation)
- Op basis van de weersverwachting een standaard advies geven (componenten: DatabaseAccess en AdviceGenerator)
De verwijzingen naar componenten is een inschatting van de componenten die beïnvloed worden in het realiseren van de functionaliteit. Dit blijft een inschatting en het kan zijn dat hier in de realiteit anders is.
De genoemde punten worden in sprints uitgewerkt (sprint: korte periode met focus op één of een geïsoleerde functionaliteit). Voor de verschillende sprints worden issues aangemaakt die de vooruitgang m.b.t. die desbetreffende sprint bijhoudt. deze sprints worden gestart met het verder uitwerken van het theoretische ontwerp van de componenten, dus #1 wordt parallel aan de sprints verder uitgewerkt.
Frontend, Backend, en database klaarzetten zodat deze verbonden zijn met elkaar en 'opgevuld' kunnen worden met uitgebreidere functionaliteiten.
Het doel is hier om een prduct op te leveren dat fungeert als canvas voor de rest van de producten. Het is hier dus wel belangrijk dat een functioneel ontwerp gemaakt is.
De infrastructuur van het product is klaar wanneer kan worden aangetoond dat de infrastructuur werkt. Dit aan de hand van een voorbeeld waar een eindgebruiker kan registreren op de website en deze gebruiker wordt opgeslagen in de database.